Grafieken verschuiven
1. Wat gebeurt er met de vergelijking als het wordt verschoven?
De blauwe grafiek is het origineel. De top van de vergelijking ligt in de oorsprong. Zorg ervoor dat de blauwe grafiek op de andere grafieken terecht komt door het te verschuiven. Dit kan je doen door middel van de navigatiebalken. Beantwoord vervolgens de volgende vragen.
Begin bij elke vraag weer bij de oorsprong
a) Wat is de formule van de blauwe grafiek?
b) Wat gebeurt er met de formule als de blauwe grafiek horizontaal naar links wordt verschoven?
c) Wat gebeurt er met de formule als de blauwe grafiek horizontaal naar rechts wordt verschoven?
d) Wat gebeurt er met de formule als de blauwe grafiek verticaal naar boven wordt verschoven?
e) Wat gebeurt er met de formule als de blauwe grafiek verticaal naar beneden wordt verschoven?
2. Wat gebeurt er met de top bij verschuiving?
De blauwe grafiek is het origineel. De top van de vergelijking ligt in de oorsprong.
a) Wat is de formule van de blauwe grafiek?
b) Verschuif de grafiek 5 plaatsen naar rechts. Noteer de vergelijking van de beeldgrafiek
c) Verschuif de beeldgrafiek nu 3 plaatsen naar boven. Noteer nu de vergelijking van deze grafiek.
d) Wat zijn de coördinaten van de top van deze beeldgrafiek?
e) Hoe is de top verschoven t.o.v. de oorsprong? Wat heeft dit te maken met de verschuiving die in vraag c is aangegeven?
f) De grafiek h(x)= (xˆ2)+3 wordt 2 plaatsen naar rechts en 4 plaatsen omhoog verschoven. Noteer in één keer de nieuwe coördinaten van de top.
3. Oefenen met grafiek verschuiven
De oranje grafiek is het origineel. De blauwe grafiek f(x) is het beeldgrafiek van de oranje grafiek g(x).
a) Welke verticale verplaatsing is er plaatsgevonden en hoe kan je dit zien aan de vergelijking?
b) Welke horizontale verplaatsing is er plaatsgevonden en hoe kan je dit zien aan de vergelijking?
c) Wat is de top van de grafiek van g(x)?
d) Wat is de top van de grafiek van f(x)?
e) Vul in:
De top van g(x) is ....... plaatsen naar ................. verschoven en ........ plaatsen naar ................. verschoven.
4. Noteer de algemene formule
Noteer wat er gebeurt met de algemene formule f(x)=axˆn in de volgende situaties:
a) Als grafiek "p" plaatsen horizontaal naar rechts verschuift.
b) Als grafiek "q" plaatsen horizontaal naar links verschuift.
c) Als grafiek "c" plaatsen horizontaal naar boven verschuift.
d) Als grafiek "d" plaatsen horizontaal naar rechts verschuift.