decoratieve patronen
ophef in 2007
In maart 2007 publiceerden Peter J. Lu (Harvard) en Paul J. Steinhardt (Princeton) een ophefmakend artikel in het tijdschrift Science met als titel “decagonal and Quasicrystalline Tilings in Medieval Islamic Architecture” (Tienvoudige en quasikristallijne betegelingen in middeleeuwse Islamitische architectuur).
Passer en liniaal
Lange tijd werd algemeen werd aangenomen dat de decoratieve patronen in de Islamitische bouwkunst steeds werden ontworpen met passer en liniaal. Hieronder zie je hoe je van A tot D met passer en liniaal een regelmatig patroon kunt ontwerpen vanuit een tienpuntige ster.
De auteurs suggereren dat rond 1200 nC een nieuwe manier ontstond om dergelijke patronen samen te stellen.
Rechts in afbeelding E is hetzelfde patroon samengesteld uit een set van veelhoekige gelijkzijdige tegels. Deze tegels werden versierd met zigzaggende lijnpatronen. Men noemt ze girih tegels, naar het Perzische woord voor 'knoop'. Girih tegels konden gemakkelijk aan elkaar gepast worden en ze gaven de uitvoerders een grote vrijheid om snel complex ogende patronen samen te stellen.
In F zie je de 5 verschillende girih tegels met hun bijkomend patroon van zigzaglijnen.
Opmerking: uit literatuur blijkt dat kenners van Islamitische kunst al langer het systeem kenden van onderliggende veelhoeken en er zelfs van uitgaan dat het systeem, tegelijk met passer en liniaalconstructies, van bij het begin gebruikt werd en geleidelijk uitgroeide tot een vaak toegepast systeem.
Het systeem werd in het Westen al gerapporteerd door E.H. Hankin in 1925. Tenslotte is de set van veelhoeken die Lu en Steinhardt vermelden ook niet de enige die gebruikt werd.
Wel is het zo dat er pas na de publicatie van Lu en Steihardt de belangstelling voor het onderwerp sterk verbreedde en ook het werk van andere auteurs gelezen werd.
Je leest er meer over in het boek Islamitische geometrische patronen.