Afmetingen van een cirkel
Opgave
Creëer een applet waarin je de omtrek en de oppervlakte van een cirkel kunt verkennen en nagaan welk van beide variabelen lineair afhankelijk is van de straal.
Gebruik de aanvinkvakjes om te grafieken te tonen of te verbergen.
Verken de constructie...
Instructies
1. | | Creëer een schuifknop r met Interval 0 tot 4 en Stapgrootte 0.01. |
2. | | Creëer een cirkel met middelpunt A en straal r in het Tekenvenster 2. |
3. | | Creëer de functies en . |
Tip: klik in het Tekenvenster 1 om het te activeren voor je de functies definieert, zodat hun grafiek getoond wordt in Tekenvenster 1.
Tip: Typ gewoon pi in het Invoerveld voor het symbool .
| ||
4. | | Creëer de punten Oppervlakte = (r, a(r))
en Omtrek = (r, b(r))
.
|
5. | | Zet het spoor aan voor de punten Oppervlakte en Omtrek. Tip: Rechtsklik (MacOS: Ctrl-klik) op de punten en selecteer Spoor aan. |
6. | | Creëer twee Aanvinkvakjes om de grafieken van de functies a(r) en b(r) te tonen/verbergen. Tip: Activeer de knop Aanvinkvakje en klik in het Tekenvenster. Definieer in het dialoogvenster een Aanvinkvakje met titel oppervlakte (r) en een met omtrek (r) om de grafieken van a(r) en b(r) te tonen/verbergen. |
7. | | Maak je constructie verder op met de Opmaakwerkbalk. |
8. | Zoom uit om een groter stuk van de grafiek te zien. | |
9. | Selecteer de knop Verplaatsen en versleep de achtergrond van het Tekenvenster 1. |