Evenredigheidsfactor?
Je hebt nu de sinusregel afgeleid. De verhouding van een zijde en de sinus van de overstaande hoek blijkt constant te zijn . Maar waaraan is deze constante gelijk?
Teken een willekeurige driehoek en de omgeschreven cirkel van deze driehoek.
Bepaal van de driehoek de grootte van iedere hoek en de lengte van iedere zijde. Bepaal eveneens de straal en de diameter van de omgeschreven cirkel.
Pas de sinusregel toe. Tot welk besluit kom je?
De stelling vind je terug op pagina 79.
Probeer het bewijs op te stellen.
Lukt het niet? Neem een kijkje op de volgende pagina.