Google Classroom
GeoGebraGeoGebra Classroom

Z-Toets

Waarover gaat het

Met een Z-toets kan je de verwachtingswaarde van een hypothese toetsen.
  • Stel: Bij een IQ-toets ga je uit van een gemiddelde score , met een standaardafwijking . De aanname van het gemiddelde score van 100 noemen we de nulhypothese.
  • Bij een steekproef met steekproefgrootte in het hoger onderwijs vindt men echter als steekproefgemiddelde .
  • Tegenover de nulhypothese kan je een alternatieve hypothese stellen: het gemiddelde is kleiner dan 100, groter dan 100, verschillend van 100. We gaan hierbij uit van een significantieniveau van 5%.

Commando ZToetsGemiddelde

Het commando ZToetsGemiddelde heeft volgende syntax: ZToetsGemiddelde(steekproefgemiddelde, standaardafwijking, steekproefgrootte, staart). Als staart kies je uit "<", ">" of "", de aanhalingstekens inbegrepen. Opmerking:
  • Met "<" en ">" als staart onderzoek je slechts één uiteinde van de normaalkromme. Je spreekt daarom van een eenzijdige toets.
  • Met "" als staart onderzoek je beide uiteinden van de normaalkromme. Je spreekt daarom van een tweezijdige toets.

het resultaat interpreteren

ZToetsGemiddelde(105, 15, 40, ">") geeft als resultaat {0.01751, 2.108}. De kans dat je bij een standaardnormale verdeling een resultaat groter dan 2.108 hebt, is 0.01751 (of 1.75%). Dit is duidelijk kleiner dan het significantieniveau van 5%. De nulhypothese wordt daarom verworpen.

experimenteer met de gegeven waarden voor nulhypothese, steekproef en staart