Vectoren
Verken de constructie...
Een vector definiëren
Je kunt een vector op volgende manieren definiëren:
- Selecteer in de categorie Lijnen de knop Vector en klik tweemaal in het tekenvenster om het begin- en eindpunt van een vector u te definiëren. Merk op dat in het algebra venster de vector gedefinieerd wordt met zijn coördinaat. De grafische voorstelling als vector tussen de punten A en B is slechts één vertegenwoordiger van de vector.
- Creëer eerst twee punten A en B en typ in het invoerveld het commando Vector(A, B).
- Creëer een punt C en typ in het invoerveld het commando Vector(C). Grafisch wordt bij het commando Vector(C) als vertegenwoordiger een puntvector getoond. Algebraïsch maakt het definiëren van een vector met één of twee punten geen verschil. Het enige wat telt is de coördinaat van de vector.
- Typ in het invoerveld het commando v = (1, 3). Als grafische vertegenwoordiger van deze vector wordt de puntvector getoond naar het punt met coördinaat (1, 3). Bijvoorbeeld: Je kunt een dergelijke vector definiëren om een stel richtingsgetallen te gebruiken als richtingsvector. Opmerking: Je definieert een vector ipv. een punt door een kleine letter als naam te gebruiken. Dus: (1, 3) en A = (1, 3) creëren een punt, v = (1, 3) creëert een vector.
Extra: Vectorlabel bij een vector plaatsen
Toon je het label van een vector u, dan toont GeoGebra de letter u zonder vectorpijltje.
Je toont een label met vectorpijltje door een LaTeXdefinitie te typen als titel: $\vec u $.
Rekenen met vectoren
Je kunt bestaande vectoren u en v optellen als u + v en aftrekken als u - v.
Een scalaire vermenigvuldiging van een reëel getal met een vector definieer je als 4 * u.
Eigenschappen van vectoren
- Met de commando's x(u) en y(u) kan je de x- en y-coördinaten apart in verdere berekeningen gebruiken.
- abs(u) bepaalt de norm van de vector u.