Lengte van een lijnstuk - 2
1. Teken [AB] en bepaal |AB|. (KNOP 3 => Lijnstuk tussen twee punten en KNOP 8 => Afstand of lengte)
2. Plaats een punt C. (KNOP 2 => Nieuw punt)
3. Teken nu [CD] zodat |AB|=|CD|. (KNOP 3 => Lijnstuk met vaste lengte)
Nu jij.
Teken [VW], [OP] en [EF] in drie verschillende kleuren zodat |VW|=|OP|=|EF|.