Google Classroom
GeoGebraGeoGebra Klaslokaal

Frequenties bij continue data

We veronderstellen hier dat de continue gegevens ingevoerd zijn bij Tabel van de Grafische rekenmachine in de kolom . Stel dat er n waarnemingsgetallen zijn. We maken eerst een lijst met alle klassengrenzen. In het algebravenster tik je het volgende: grenzen = Rij(kleinste klassengrens, kleinste klassengrens + aantal klassen . klassenbreedte, klassenbreedte) Hieronder vind je een voorbeeld:
Image
GeoGebra zal hiermee de volgende klassen voor ogen hebben: [3, 3.5[, [3.5, 4[, [4, 4.5[, [4.5, 5[, [5, 5.5[, [5.5, 6[, [6, 6.5[, [6.5, 7]. Om frequenties te kennen, kunnen we volgende commando's gebruiken.
  • Met Frequentietabel(grenzen, ) krijg je een tabel met absolute frequenties.
  • Met Frequentietabel(true, grenzen, ) krijg je een tabel met cumulatieve absolute frequenties.
  • Met Frequentie(grenzen,) krijg je de lijst met absolute frequenties. Met Frequentie(grenzen,)/n krijg je de relatieve frequenties.
  • Met Frequentie(true, grenzen,) krijg je de lijst met cumulatieve absolute frequenties. Met Frequentie(true, grenzen,)/n krijg je de cumulatieve relatieve frequenties.
Je kan dit hieronder uittesten. In het GeoGebra-applet zijn data (gegevens bij kogelstoten) ingevoerd in de kolom . Gebruik de volgende klassen: [5.6, 5.9[, [5.9, 6.2[, ... [9.5, 9.8].
De resultaten vind je hieronder.
Image
Image