Een extra oefening
Voor het loophok geldt dat:
8a + 3b = 21
a =
Opp = 2a (a+b) =
Oplossing:
b = 1,4 m en a = 2,1 m
De 3 loopruimten zijn even groot als 2 = a b of als b = 2a.
Controleer dit alles op onderstaand applet.