Grafieken verschuiven
Opdracht 1
Vink de p aan om het schuifknopje van de p te zien. Je kunt vervolgens met de schuifknop de waarden van p in de formule aanpassen. Wat gebeurt er met de grafiek van wanneer p groter of kleiner wordt? En waarom denk je dat dit gebeurt? (tip: let op de top)
Opdracht 2
Doe hetzelfde met het knopje voor q. Wat gebeurt er met de grafiek van wanneer q groter of kleiner wordt? En waarom denk je dat dit gebeurt? (tip: let op de top)
Opdracht 3
Doe hetzelfde met het knopje voor a en kijk wat er gebeurt wanneer a verandert. Wat valt je op aan de grafiek van wanneer a groter of kleiner wordt? En waarom denk je dat dit gebeurt? (tip: wat gebeurt er met a<0 en a>0?)
Opdracht 4
Ook bij deze applet is de functie getekend. Je kunt hier ook de waarden aanpassen. Zet de knop voor p en q aan Wat gebeurt er wanneer je p of q verandert? En waarom denk je dat dit gebeurt?
Opdracht 5
Zet de knop van a aan. Wat gebeurt er als je a verandert? En waarom denk je dat dit gebeurt? (tip: wat gebeurt er wanneer a<0 en a>0?)
Opdracht 6
Je kunt in beide applets ook de n veranderen in stapjes van 2. Zet in beiden applets de n aan en kijk wat er gebeurt als n groter wordt. Wat gebeurt er als n groter wordt? En waarom denk je dat dit gebeurt?