Stelsel van lineaire vergelijkingen

Hoe voer je een dynamische tekst in?

Dynamische tekst bevat een element dat verwijst naar een van de objecten in je constructie zodat de tekst zich aanpast aan wijzigingen van het object (b.v. nieuwe coördinaten, oppervlakte...). Selecteer de knop

Tekst en klik in het

Tekenvenster. Klik op Geavanceerd en selecteer de tab

Objecten. Selecteer in de lijst objecten het object waarvan je de waarde wil tonen in het

Tekenvenster. Tip: Je kunt uiteraard ook statische delen toevoegen in je tekst. Enkel het dynamische deel van de tekst zal veranderen bij het wijzigen van je constructie.

Opgave

Creëer een dynamische figuur die de oplossing toont van een stelsel van lineaire vergelijkingen. Opmerking: Zulk een dynamische figuur kan je ook gebruiken om...

de snijpunten te berekenen van grafieken van functies.
de vergelijking in een veranderlijke te tonen waarbij de twee leden van de vergelijking worden voorgesteld door een aparte functie.

Verken de constructie...

Instructies

1.		Typ de lineaire vergelijking `rechte_1: y = m_1 x + b_1` in het Invoerveld.
		Tip: De invoer `rechte_1` geeft je rechte₁.
2.		GeoGebra creëert automatisch schuifknoppen voor de variabelen m₁ en b₁na klikken op Enter.
3.		Toon de schuifknoppen in het Tekenvenster door te klikken op de knoppen Zichtbaarheid naast de invoer in het Algebra venster.
4.		Herhaal stappen1 tot 3 voor de vergelijking van `rechte_2: y = m_2 x + b_2`.
5.		Gebruik de Opmaakwerkbalk om de kleur van rechten en schuifknoppen te wijzigen.

Probeer het zelf...

Instructies (vervolg)

6.		Creëer een dynamische tekst met de knop Tekst met de vergelijking van recht`e 1:`Selecteer het deel Geavanceerd. Selecteer nu in de tab Objecten van het dialoogvenster rechte_1 in de lijst van objecten.
7.		Herhaal de vorige stappen om een dynamische tekst te creëren met de vergelijking van rechte_2.
8.		Gebruik de Opmaakwerkbalk om de overeenkomende teksten en rechten dezelfde kleur te geven.
9.		Construeer het snijpunt A van rechte₁ en rechte₂ met ofwel de knop Snijpuntentool ofwel door het commando `Snijpunten(rechte_1, recht_2)` in het Invoerveld te typen.
10.		Typ `xcoördinaat = x(A)` in het Invoerveld. Tip: x(A) geeft je de x-coördinaat van het snijpunt A.
11.		Definieer analoog `ycoördinaat = y(A)`. y(A) geeft je de y-coördinaat van het snijpunt A.
12.		Creëer een dynamische tekst met als statische deel `Oplossing: x =` en selecteer in de tab Objecten het object xcoördinaat .
13.		Creëer op dezelfe manier een dynamische tekst met het object ycoördinaat.
14.		Fixeer in de Opmaakwerkbalk de teksten zodat je ze niet onopzettelijk kunt verslepen.