Google Classroom
GeoGebraGeoGebra Klaslokaal

geluid

Geluid

Geluid is de waarneming van een verandering van druk in de lucht of een ander medium, b.v. water. Deze verandering plant zich voort door dit medium als een golf. Grotere drukveranderingen nemen we waar als een luidere toon. Snellere drukveranderingen nemen we waar als een hogere toon.

Een wiskundig en natuurkundig extra : waarom wordt geluid voorgesteld door sinusfuncties?

Om een snaar (of ons trommelvlies) te laten trillen, moeten we een kracht uitoefenen.
  • Deze kracht is (meestal en ongeveer...) evenredig met de uitwijking van snaar of trommelvlies, zodat:
  , met F = kracht, - y = uitwijking  en k = evenredigheidsconstante.
  • We kennen ook de eerste wet van Newton: , met F = kracht, m = massa en a = versnelling
  • Stellen we beide gelijk aan elkaar, dan krijgen we en dus
  • Wiskundig kan je de versnelling a schrijven als  en dus: Een dergelijke vergelijking noemt men een differentiaalvergelijking. Je lost differentiaalvergelijkingen op door functies te zoeken die voldoen aan de vergelijking. Vergelijkingen die voldoen aan deze vergelijking zijn van de vorm y = a . sin ( b. t + c)
  • In de praktijk zal geluid bestaan uit een stapeling van meerdere sinusfuncties en ruis. Toch blijft de eenvoudige sinusfunctie de basis om geluid en muziek te bestuderen.
Een zeer uitvoerige wetenschappelijke behandeling van het onderwerp geluid en muziek vind je in het boek: Music: A Mathematical Offering (Dave Benson, University of Aberdeen Scotland, UK). De auteur behandelt zowel het produceren van geluid door verschillende types van instrumenten als de evolutie van toonsystemen en stemmingen doorheen de muziekgeschiedenis. Je vindt het boek ook online. Het pdf-document op http://hps4000.com/pages/special/sound_history.pdf  geeft een goed overzicht van de geschiedenis van geluidsmeting.

perodieke functies

In periodieke functies wordt een patroon (de rode golf binnen de groene rechthoek) periodiek herhaald .
  • De sinusfunctie f(x) = a sin (bx) golft rond de x-as. We noemen deze as de evenwichtslijn
  • De maximale uitwijking t.o.v. de evenwichtlijn noemen we de amplitude.
  • De versleepbare groene rechthoek bakent het patroon af dat zich herhaalt. 
  • De lengte van dit patroon noemen we de periode van de functie.
In geluidsgolven bepaalt de amplitude de geluidssterkte en de periode de toonhoogte. Een trilling met een kortere periode trilt sneller en nemen we waar als een 'hogere' toon. Het aantal trillingen per seconde noemt men de frequentie, met als eenheid Herz (Hz).