Hfdst 3 oef 11
Hieronder zie je een kubus. M is het midden van [CG], N het midden van [AE].
a) Bepaal de doorsnede van de kubus met vl(MBN). Welke veelhoek vind je? Verklaar.
b) Op de figuur zijn P en Q zo getekend dat P op FG ligt, Q op DC, |FG|=|GP| en |DC|=|CQ|. Ga na of de rechte PQ in vl(BMN) ligt.