Voorbeeld: voorschrift van een functie
eerstegraadsfunctie
In volgend applet moet je op basis van de grafiek de vergelijking van de eerstegraadsfunctie geven.
Zie hoe het werkt, volg het stappenplan en probeer het dan zelf.
Opmerking: werk je met functies, dan werk je met opl(x) en ant(x) ipv. opl en ant.
Stappenplan
1 | Typ het commando Schudden({-3, -2, -1, -0.5, 0.5, 1, 2, 3}) en creëer de lijst l1. | |
2 | | Typ het commando a= l1(1) en creëer het getal a. |
3 | | Typ het commando b= ToevalsgetalTussen(-4, 4) en creëer het getal b. |
4 | | Typ het commando opl(x): a x + b en creëer de functie opl. |
5 | | Typ het commando ant(x)=undefined en creëer de functie ant |
6 | | Selecteer de knop Tekst en creëer de tekst De vergelijking van f is. |
7 | | Selecteer de knop Invulvak en creëer een invulvak met label f(x) =, gelinkt met het object ant. Omdat ant niet gedefinieerd is, is het invulvak leeg. Kijk onderaan voor de dynamische kleuren van het invulvak als feedback. |
8 | | Selecteer de knop Actieknop invoegen en creëer een knop met titel nieuwe opgave en de scripting commando's: UpdateConstructie() SetValue(ant, undefined) |