Google Classroom
GeoGebraGeoGebra Classroom

Centrum- en spreidingsmaten bij frequentietabel

Discrete gegevens

Veronderstel dat de gegevens ingevoerd zijn bij Tabel van de Grafische rekenmachine. In vinden we de verschillende waarden uit de dataset terug en in vinden we de bijhorende absolute frequenties. Ga naar het algebravenster in de grafische rekenmachine.
  • Met gemidd(,) krijg je het gemiddelde.
  • Met Kwartiel1(,) krijg je het eerste kwartiel.
  • Met Mediaan(,) krijg je de mediaan.
  • Met Kwartiel3(,) krijg je het derde kwartiel.
  • Met Variantie(,) krijg je de variantie als je werkt met een populatie (deling door n).
  • Met Steekproefvariantie(,) krijg je de variantie als je werkt met een steekproef (deling door n-1).
  • Met Stafwp(,) krijg je de standaardafwijking als je werkt met een populatie (deling door n).
  • Met Stafw(,) krijg je de standaardafwijking als je werkt met een een steekproef (deling door n-1).
  • Met Min(,) krijg je het minimum van de dataset.
  • Met Max(,) krijg je het maximum van de dataset.
Je kan dit hieronder uittesten. De frequentietabel van de dataset Leeftijden is al ingevoerd.

Continue gegevens

Veronderstel dat de gegevens ingevoerd zijn bij Tabel van de Grafische rekenmachine. De klassenmiddens zijn al berekend en zijn te vinden in de lijst Klassenmiddens. In vinden we de bijhorende absolute frequenties. We berekenen hier benaderende centrum- en spreidingsmaten aan de hand van de klassenmiddens. Ga naar het algebravenster in de grafische rekenmachine.
  • Met gemidd(Klassenmiddens, ) krijg je het gemiddelde.
  • Met Kwartiel1(Klassenmiddens, ) krijg je het eerste kwartiel.
  • Met Mediaan(Klassenmiddens, ) krijg je de mediaan.
  • Met Kwartiel3(Klassenmiddens, ) krijg je het derde kwartiel.
  • Met Variantie(Klassenmiddens, ) krijg je de variantie als je werkt met een populatie (deling door n).
  • Met Steekproefvariantie(Klassenmiddens, ) krijg je de variantie als je werkt met een steekproef (deling door n-1).
  • Met Stafwp(Klassenmiddens, ) krijg je de standaardafwijking als je werkt met een populatie (deling door n).
  • Met Stafw(Klassenmiddens, ) krijg je de standaardafwijking als je werkt met een een steekproef (deling door n-1).
  • Met Min(Klassenmiddens, ) krijg je het kleinste klassenmidden.
  • Met Max(Klassenmiddens, ) krijg je het grootste klassenmidden.
Je kan dit hieronder uittesten vanuit een frequentietabel van de dataset Kogelstoten. In vind je de ondergrenzen van de klassen, in de bovengrenzen. geeft de bijhorende absolute frequenties.