Selecteer het functievoorschrift
functievoorschriften bij een functie met toevalsgetallen als parameters
Volgend applet toont de grafiek van een eerstegraadsfunctie. In een lijst met fucntievoorschriften selecteer je het passende voorschrift. Kijk hoe het werkt, volg het stappenplan en probeer het zelf.
Stappenplan
1 | | Typ het commando lijstab=Schudden({-3, -2, -1, 1, 2, 3}) en creëer de lijst lijstab. |
2-3 | | Typ de commando's a = lijstab(1) en b = lijstab(2) en creëer de getallen a en b. |
4-7 | | Definieer de functies f1, f2, f3 en f4 als: f1(x) = Veeltermfunctie(a x + b), f2(x) = Veeltermfunctie(a x - b) f3(x) = Veeltermfunctie(-a x + b), f4(x) = Veeltermfunctie(-a x - b) Verberg de grafieken. |
8 | | Typ het commando lijstf={f1, f2, f3, f4} en creëer een lijst met de vier functies. |
9 | | Typ het commando opl = ToevalsgetalTussen(1, 4) en reëer het getal opl. |
10 | | Typ het commando f(x)= lijstf(opl) en definieer de functie f. Het is de grafiek van deze functie, één van vier mogelijke, die getoond wordt. |
11-14 | | Selecteer de knop Tekst en creëer 4 dynamische teksten met de aparte functievoorschriften. |
15 | | Typ het commando lijstant ={"", tekst1, tekst2, tekst3, tekst4} selecteer in de tab Basis de optie Teken als een drop-down lijst met als titel f(x) =. De optie blanco wordt toegevoegd zodat niet meteen een van de vier voorschriften geselecteerd wordt. |
16 | | Typ het commando ant= GeselecteerdeIndex[lijstant] - 1 en creeer het getal ant. Opmerking: Na de bewerking -1 komt ant overeen met de index van de functies f1,f2,f3 en f4. |
17 | | Selecteer de knop Actieknop invoegen en creëer een knop met label nieuwe opgave en scripting commando's: UpdateConstructie() om alle toevalsgetallen te herberekenen SetValue(lijstant,1) om de drop-down lijst te resetten naar zijn blanco startwaarde. |