Draaibeeld van een vlakke figuur
1 Teken het draaibeeld van driehoek ABC door r(M,ß) met ß = 77°. Gebruik hiervoor de groene knop in de knoppenbalk.
2 Versleep A, B, C of M. Verander ß door de schuifknop te verplaatsen.
3 Vergelijk telkens de vorm en de oppervlakte van de figuur met de vorm en de oppervlakte van haar beeld. Wat stel je vast?
Welke eigenschap ontdek je hier?