Tips and trucs voor algebraïsche invoer
Bevestig een uitdrukking
Bevestig een in het Invoerveld ingevoerde uittdrukking steeds met Enter.
Benoem een nieuw object
Typ een naam voor een algebraïsche uitdrukking om het nieuwe object een specifieke naam te geven.
Voorbeeld: creëert het punt P.
Duid vermenigvuldigingen aan
Een vermenigvuldiging moet steeds ingegeven worden door een asterisk of een spatie tussen de twee factoren.
Voorbeeld: Typ ofwel of om een vermenigvuldiging aan te duiden.
Hoofdletters en kleine letters
GeoGebra is hoofdlettergevoelig! Verwissel hoofdletters en kleine letters dus niet.
Opmerking:
- Punten worden steeds benoemd met hoofdletters.
Bijvoorbeeld:
- Vectoren worden benoemd met kleine letters.
Bijvoorbeeld:
- Lijnstukken, rechten, cirkels, functies... worden steeds benoemd met kleine letters.
Bijvoorbeeld: cirkel
- De variable x in een functie en de variabelen x en y in de vergelijking va een kegelsnede moet je steeds met een kleine letter schrijven.
Bijvoorbeeld:
Probeer het zelf...
Een object gebruiken in een algebraïsche uitdrukking
Wil je een object gebruiken in een algebraïsche uitdrukking of een commando, dan moet je steeds vooraf dit object definiëren om zijn naam te kunnen gebruiken in het Invoerveld.
Opmerking: Hoewel, wanneer je nieuwe parameters gebruikt in een algebraïsche invoer, zal GeoGebra automatisch overeenkomstige schuifknoppen creëren na het klikken op Enter.
Voorbeelden:
- De invoer creëert een rechte met als parameters m en b (v.b. getallen/ schuifknoppen). Opmerking: Wanneer de parameters m en b nog niet bestaan, creëert GeoGebra schuifknoppen voor deze parameters na het klikken op Enter.
- De invoer creëert een rechte door de bestaande punten A en B.
Foutberichten
Lees altijd de foutberichten – Ze kunnen helpen om het probleem op te lossen!