Oefening 11
Loodrechte stand bewijzen
Een rechte a staat loodrecht op een vlak . Men noemt A het voetpunt en C een willekeurig punt van a. In neemt men een rechte b en een punt B b.
Bewijs: b BC b AB.
(Bogaert, Geeurickx, Muylaert, Van Nieuwenhuyze, & Willockx, 2012)