Domein, bereik en nulwaarden van een functie.
Grafiek 1.
Grafiek van de functie f.
Lees op de grafiek het domein van de functie f af.
Lees op de grafiek het bereik van de functie f af.
Lees op de grafiek de nulwaarden van de functie f af.
Duid alle nulwaarden aan.
Stel het tekenverloop van de functie f op. Gebruik hiervoor onderstaande notitieblok.
Grafiek 2.
Grafiek van de functie g.
Lees op de grafiek het domein van de functie g af.
Lees op de grafiek het bereik van de functie g af.
Lees op de grafiek de nulwaarden van de functie g af.
Duid alle nulwaarden aan.
Stel het tekenverloop van de functie g op. Gebruik hiervoor onderstaande notitieblok.
Grafiek 3.
Grafiek van de functie h.