Punten, rechten en vlakken
Opgave 2
Opdracht: Tekenen van punten, rechten en vlakken. Volg de onderstaande instructies.
Gebruik de constructiestappen van het voorbeeld onderaan als je extra hulp nodig hebt. Je kan de hele constructie van het begin tot het einde doorlopen met de 'backward' en 'forward' knoppen.
Instructie:
Punten
1. Klik op de knop in het hoofdmenu. Gebruik uit het keuzemenu nogmaals de knop om een punt te tekenen.
2. Teken een punt op de x-as met x = 3: coördinaten A(3,0,0)
3. Teken een punt op de y-as met y = 4: coördinaten B(0,4,0)
4. Teken een punt op de oorsprong.
5. Klik terug op de knop om geen punten meer te zetten.
Rechten
1. Klik op de knop om een rechte te tekenen:
Trek een rechte door de punten A en B. Klik op de punten A(3,0,0) en B(0,4,0) om de rechte te tekenen.
2. Klik op de knop en selecteer daarna om een evenwijdige rechte door een punt te tekenen:
Teken een rechte evenwijdig met de eerste rechte door het punt (0,0,3). Selecteer de rechte waaraan de nieuwe rechte evenwijdig moet zijn en het punt waar de nieuwe rechte door moet lopen.
3. Klik terug op de knop om geen rechten meer te tekenen.
Vlakken
1. Klik op de knop om een vlak te tekenen. Duid 3 punten aan waar dit vlak moet doorgaan. Gebruik hiervoor de punten. A(3,0,0), B(0,4,0) en C (0,0,3).
2. Klip op de knop en selecteer daarna om evenwijdigvlak door een punt te tekenen. Teken een vlak evenwijdig met het eerste vlak en door de oorsprong (0,0,0). Selecteer het eerste vlak en de oorsprong.
3. Klik terug op de knop om geen vlakken meer te tekenen.
Gebruik het voorbeeld onderaan (constructiestappen)
1. Gebruik in de balk onder het voorbeeld de 'forward' en 'backward' knoppen om de constructie te doorlopen.
2. Klik op de pauzeknop in de balk onder het voorbeeld om de constructie van begin tot einde af te spelen.