Instellingen
In Instellingen kan je de instellingen van objecten bepalen (b. v. afmeting, kleur, opvulling, lijnstijl, lijndikte, zichtbaarheid).
Hoe open je de instellingen
Je kunt op verschillende manieren de Instellingen openen:
- Selecteer Instellingen in het menu Bewerken in het Menu.
- Rechtsklik (Mac OS: Ctrl-klik) op een object en selecteer Instellingen in het Contextmenu dat verschijnt.
- Selecteer de knop Instellingen in de Opmaakwerkbalk.
Opgave
- Rechtsklik (MacOS: Ctrl-klik) op het punt A in het Tekenvenster of in het Algebra venster en selecteer Instellingen in het Contextmenu. Verken de beschikbare tabs voor punten.
- Rechtsklik (MacOS: Ctrl-klik) op verschillende objecten in het Tekenenster of in het Algebra venster en selecteer Instellingen in het Contextmenu. Verken de beschikbare tabs voorverschillende types van objecten.
- Selecteer meerdere objecten om ze tegelijk eenzelfde instelling te geven. Tip: Hou de Ctrl-toets (MacOS: Cmd-toets) ingedrukt en selecteer de gewenste objecten.
- Toon de waarde van verschillende objecten en probeer verschillende stijlen van labels uit.
- Verander de standaardinstelling van bepaalde objecten (b.v. kleur, stijl,...).