theorie 1.2

Bestudeer aandachtig de kader blz 21 - 24. Doelen :
  • Je kan de werkwijze om een statistisch verband tussen twee variabelen af te lezen toepassen.
  • Je herkent in een puntenwolk een lineair verband, kwadratisch verband of een omgekeerd evenredig verband.
  • Je kent de voorschriften voor een lineair, kwadratisch en omgekeerd evenredig verband.
  • Je kan met ICT het voorschrift opstellen van de trendlijn bij een spreidingsdiagram.
  • Je kan de trendlijn gebruiken om voorspellingen te doen.
  • Je kan beargumenteren of voorspellingen met behulp van de trendlijn realistisch zijn.
  • Je kan verwoorden wat een uitschieter is.
  • Je kan een uitschieter herkennen in een puntenwolk.
  • Je kan verwoorden wat een cluster is.
  • Je kan een cluster herkennen in een puntenwolk.