De les Eigenschappen van transformaties.
Verschuiving over georiënteerd lijnstuk PQ van veelhoek ABCDE waarvan [AB] evenwijdig is met [DE].
We onderzoeken de collineariteit bij een verschuiving. We noemen 3 punten collineair als ze op dezelfde rechte liggen. 1) Teken nu een punt op rechte AB: Werkwijze: a) Klik op de volgende knop: b) selecteer 'punt op object' c) Klik op de rechte AB en het punt verschijnt. 2) Verschuif nu dit punt over het georiënteerd lijnstuk PQ Werkwijze: a) Klik op de volgende knop: b) Selecteer 'verschuiving door vector' c) Klik eerst op het punt en daarna op beginpunt P en eindpunt Q van de vector. 3) Bekijk het schuifbeeld van het punt dat je getekend hebt. Wat stel je vast?
Verschuiving over georiënteerd lijnstuk PQ van veelhoek ABCDE waarvan [AB] evenwijdig is met [DE].
We onderzoeken wat er gebeurt met de lengte van een lijnstuk bij een verschuiving. Zet de pijl van de cursor in punt A en verander de lengte van lijnstuk [AB]. Wat stel je vast?
We onderzoeken wat er gebeurt met de hoekgrootte bij een verschuiving. Zet de pijl van de cursor in punt C en verander de hoekgrootte van hoek C. Bekijk wat er gebeurt met hoek C'. Wat stel je vast?
We onderzoeken wat er gebeurt met de evenwijdigheid bij een verschuiving. Gegeven: [AB] // [DE]. Verplaats lijnstuk AB en bekijk ondertussen wat er gebeurt met de evenwijdigheid in het schuifbeeld. Wat stel je vast?
We onderzoeken wat er gebeurt met de oppervlakte bij een verschuiving. Verander nu de oppervlakte van veelhoek ABCDE. Wat gebeurt er met de oppervlakte van veelhoek A'B'C'D'E'?
Onderzoek de onderlinge ligging van lijnstuk [AB] en het beeld [A'B']. Welke uitspraak is waar?
Spiegeling om rechte a
We onderzoeken de collineariteit bij een spiegeling. We noemen 3 punten collineair als ze op dezelfde rechte liggen. 1) Teken nu een punt op rechte AB: Werkwijze: a) Klik op de volgende knop: b) selecteer 'punt op object' c) Klik op de rechte AB en het punt verschijnt. 2) Spiegel nu dit punt om rechte a Werkwijze: a) Klik op de volgende knop: b) Selecteer 'lijnspiegeling' c) Klik eerst op het punt en daarna op spiegelas a. 3) Bekijk het spiegelbeeld van het punt dat je getekend hebt. Wat stel je vast?
Spiegeling om rechte a
We onderzoeken wat er gebeurt met de lengte van een lijnstuk bij een spiegeling. Zet de pijl van de cursor in punt A en verander de lengte van lijnstuk [AB]. Wat stel je vast?
We onderzoeken wat er gebeurt met de hoekgrootte bij een spiegeling. Zet de pijl van de cursor in punt C en verander de hoekgrootte van hoek C. Bekijk wat er gebeurt met hoek C'. Wat stel je vast?
We onderzoeken wat er gebeurt met de evenwijdigheid bij een spiegeling. Gegeven: [AB] // [DE]. Verplaats lijnstuk AB en bekijk ondertussen wat er gebeurt met de evenwijdigheid in het spiegelbeeld. Wat stel je vast?
We onderzoeken wat er gebeurt met de oppervlakte bij een spiegeling. Verander nu de oppervlakte van veelhoek ABCDE. Wat gebeurt er met de oppervlakte van veelhoek A'B'C'D'E'?
Onderzoek de onderlinge ligging van lijnstuk [AB] en het beeld [A'B']. Welke uitspraak is waar?
Puntspiegeling om punt R
We onderzoeken de collineariteit bij een puntspiegeling. Wat stel je vast?
We onderzoeken wat er gebeurt met de lengte van een lijnstuk bij een puntspiegeling. Wat stel je vast?
We onderzoeken wat er gebeurt met de hoekgrootte bij een puntspiegeling. Wat stel je vast?
We onderzoeken wat er gebeurt met de evenwijdigheid bij een puntspiegeling. Gegeven: [AB] // [DE]. Verplaats lijnstuk AB en bekijk ondertussen wat er gebeurt met de evenwijdigheid in het spiegelbeeld. Wat stel je vast?
We onderzoeken wat er gebeurt met de oppervlakte bij een puntspiegeling. Wat stel je vast?
Onderzoek de onderlinge ligging van lijnstuk [AB] en het spiegelbeeld [A'B']. Welke uitspraak is waar?
Rotatie om punt S met draaihoek 100° in tegenwijzerzin
We onderzoeken de collineariteit bij een draaiing. Wat stel je vast?
We onderzoeken wat er gebeurt met de lengte van een lijnstuk bij een rotatie. Wat stel je vast?
We onderzoeken wat er gebeurt met de hoekgrootte bij een draaiing. Wat stel je vast?
We onderzoeken wat er gebeurt met de evenwijdigheid bij een rotatie. Gegeven: [AB] // [DE]. Verplaats lijnstuk AB en bekijk ondertussen wat er gebeurt met de evenwijdigheid in het spiegelbeeld. Wat stel je vast?
We onderzoeken wat er gebeurt met de oppervlakte bij een draaiing. Wat stel je vast?
Onderzoek de onderlinge ligging van lijnstuk [AB] en het beeld [A'B']. Welke uitspraak is waar?
De puntspiegeling kunnen we ook noteren als een rotatie over welke draaihoek?