Labels van punten - exacte waarde van nulwaarden
De algemene tweedegraadsfunctie
Om de algemene tweedegraadsfunctie in te voeren in het invoerveld kan je eerst zelf drie schuifknoppen creëren voor de parameters a, b en c om deze letters nadien te gebruiken in een functievoorschrift.
Dit is echter niet nodig. Typ je meteen ax² + bx + c in het invoerveld, dan creëert GeoGebra automatisch zelf drie schuifknoppen in het algebra venster.
Met de optie Bijzondere punten creëer je de snijpunten met de assen en de extrema.
Verken de constructie...
coëfficiënten in een functievoorschrift
Vertrek je niet van coëfficiënten a, b en c, maar definieer je rechtstreeks een functie f met functievoorschrift f(x) = 2x² -5x + 1, dan bepaal je de coëfficiënten a, b en c als volgt:
- Het commando Coëfficiënten(f) creëert een lijst l1={2, -5, 1}.
- Hieruit vind je a = l1(1), b = l1(2) en c = l1(3).
Tip: Labels van punten
Naast de keuze tussen naam, waarde, naam en waarde kan je ook enkel x- of y-waarde van een punt tonen als label.
Klik in het algebra venster op de knop Meer van een punt en open de Instellingen. Selecteer de tab Basis en typ voor deze extra opties %x of %y in het tekstveld Titel.
Opmerking: Je kunt ook in het tekenvenster klikken op een punt en in het contextmenu op de knop Meer klikken.
Exacte waarde van nulwaarden
In de bijzondere punten worden de nulwaarden getoond als afgeronde decimale getallen.
Je toont ze exact in wortelvorm in het algebra venster met het commando Oplossen(f = 0).
Met de blauwe knop kan je bovendien schakelen tussen de exacte en de benaderde waarde. Deze decimale vorm krijg je met het commando NOplossen( ), wat staat voor numeriek oplossen.