Herhalingsopdrachten
1. Kruis aan welke soort vectoren en zijn.
2. Kruis aan welke soort vectoren en zijn.
3. Kruis aan welke soort vectoren en zijn.
4. Teken een vector die gelijk is met vector
5. Teken een vector die gelijk is met vector
6. Teken een vector die tegengesteld is met vector
7. Teken een vector die tegengesteld is met vector
8. Teken de somvector
9. Teken de somvector
10. Teken het veelvoud:
10. Teken het veelvoud: