Breuken + en -: HOE?
Breuken met gelijke noemer?
Als de noemer van alle breuken dezelfde is:
Je maakt een grote breukstreep en schrijft de noemer (onder de breukstreep, dus).
Je telt de tellers bij elkaar op.
Voorbeeld:
Breuken met ongelijke noemer?
Als de noemers van de breuken verschillen:
Eerst vereenvoudigen
Op gelijke noemer brengen: het kleinste gemeen veelvoud zoeken van beide noemers
De tellers vermenigvuldigen met de factor waarmee je de noemers hebt vermenigvuldigd
De tellers (na vermenigvuldiging) optellen
Voorbeeld: