Hoeken - 1
1. Plaats drie punten A, B en C. (KNOP 2 => Nieuw punt)
2. Teken BÂC. (KNOP 3 => Halfrechte door twee punten)
3. Markeer en meet BÂC. (KNOP 8 => Hoek)
4. Versleep BÂC, de benen van de hoek en de punten op de benen van de hoek. Controleer je meetresultaat. (KNOP 1 => Verplaatsen)
5. Teken Ô. (KNOP 3 => Halfrechte door twee punten)
6. Markeer en meet Ô. (KNOP 8 => Hoek)
Nu jij.
Teken VÛW. Markeer VÛW en meet VÛW.
Teken Ê. Markeer Ê en bepaal de grootte van Ê.