Google Classroom
GeoGebraGeoGebra Klaslokaal

PDC WB Goniometrie-driehoeks 2e graad

Goniometrische getallen van een scherpe hoek in een rechthoekige driehoek

Gebruik onderstaand Geogebra-applet. Rechts op het scherm staan de verhoudingen van lengten van zijden van de driehoek.
  • Bekijk wat er gebeurt met die verhoudingen als je het punt A versleept, en dus de driehoek van grootte wijzigt. Wat concludeer je? Heb je hier een verklaring voor?
  • Versleep dan het punt P. Ook hier verandert de grootte van de driehoek, maar zodanig dat de hoeken ook veranderen; de verhoudingen wijzigen dus.

Hier het applet:

Definitie van goniometrische getallen sinus, cosinus en tangens van een scherpe hoek in een rechthoekige driehoek

Uit bovenstaand applet kunnen we de volgende definities zinvol afleiden:
  • de sinus van een scherpe hoek is de verhouding van de lengte van de overstaande rechthoekszijde tot de schuine zijde, of
  • de cosinus van een scherpe hoek is de verhouding van de lengte van de aanliggende rechthoekszijde tot de schuine zijde, of
  • de tangens van een scherpe hoek is de verhouding van de lengte van de overstaande rechthoekszijde tot de aanliggende rechthoekszijde, of
Toon aan dat dan geldt ( is een willekeurige scherpe hoek van een rechthoekige driehoek):  Iets moeilijker... Toon aan dat dan ook geldt:

In volgend filmpje wordt alles nog eens op een andere manier uitgelegd:

Vraag 1

Waarom is de sinus en de cosinus van een scherpe hoek in een rechthoekige driehoek altijd kleiner dan 1?

Vraag 2

Voor welke waarde van de scherpe hoek van een rechthoekige driehoek is de tangens precies gelijk aan 1?

Vink alles aan wat van toepassing is
  • A
  • B
  • C
  • D
Controleer mijn antwoord (3)