Het bepalen een vlak
Gegeven zijn de punten A, B en C.
Deze punten zijn niet-collineair.
Door deze punten gaat juist één vlak.
Versleep één van de punten.
Je kan ook via het invoervenster een andere coördinaat aan een punt toekennen.
Doe dit eens.
Gegeven zijn nu 2 evenwijdige rechten.
Deze 2 evenwijdige rechten bepalen eveneens een vlak!
Versleep de rechte AB (versleep een punt dat op de rechte ligt) en observeer wat er gebeurt.
Je kan ook C verslepen.
Onderzoek nu zelf op onderstaand bestand dat 2 snijdende rechten een vlak bepalen.
Stappenplan:
1. Teken 2 punten A en B.
2. Teken de rechte AB.
3. Teken een punt C.
4. Teken de rechte AC.
5. Klik op het icoontje voor vlak (kies dus voor vlak algemeen) en klik op de getekende rechten.
Ga na op bovenstaand applet dat een rechte en een punt dat niet gelegen is op deze rechte ook een vlak bepalen.