dwarse tongewelven in Tournus
constructie tegenover esthetiek
Een constructief interessante oplossing vinden we in de St-Philibert in Tournus (tussen 1020 en 1050). Het schip werd niet overkapt met één doorlopend tongewelf, maar door 5 naast elkaar geplaatste dwarse tongewelven.
Hierdoor werden de zijmuren van de kerk niet naar buiten gedrukt. De tongewelven vingen elkaars zijwaartse druk op.
zijmuren
Bij een langs tongewelf moeten zware zijmuren de spatkracht van het gewelf opvangen. Veiligheidshalve doorbreekt men deze zijmuren slechts door kleine, laag geplaatse ramen. In Tournus kon men de muren hoger optrekken en grotere ramen voorzien. Zijbeuken zorgen voor een bijkomende ondersteuning van de hoge muren.
techniek en esthetiek
Technisch is het idee om tongewelven dwars te plaatsen perfect. Toch werd het experiment van Tournus nergens herhaald. De enige verklaring is dat ze esthetisch niet voldeed. De verticale last van de tongewelven wordt door zware dwarse bogen afgeleid naar de grote ronde pijlers. Maar ze verbreken het het schip onherroepelijk in kleinere elementen. Meteen ging ook het ruimtelijk gevoel van één lang middenschip verloren. Techniek en esthetiek bepalen beide de evolutie van de romaanse stijl. Slechts wat voldeed aan beide criteria werd als waardevol herhaald in volgende projecten.