Een afbeelding invoeren in het tekenvenster
De knop afbeelding invoeren
Met de knop Afbeelding invoeren kan je een afbeelding invoegen in het Tekenvenster. Je vindt de knop Afbeelding invoegen in het rolmenu Speciale objecten.
Selecteer de knop Afbeelding invoegen en bepaal de plaats in het Tekenvenster of een van volgende twee manieren:
- Klik in het Tekenvenster om de linkeronderhoek van de afbeelding te bepalen.
- Klik op een punt om dit punt te bepalen als linkeronderhoek van de afbeelding.
Instructies
Opdracht 1: Voeg een afbeelding in
1. | | Activeer de knop Afbeelding invoegen. |
2. | | Klik op punt A in het Tekenvenster als linkeronderhoek vor de afbeelding. |
3. | | Selecteer de gewenste afbeelding in het dialoogvenster en klik op OK om de afbeelding in te voegen in het Tekenvenster. |
Opdracht 2: Wijzig de ondoorschijnendheid van de ingevoerde afbeelding
Wijzig de Ondoorschijnendheid van een afbeelding om de objecten of assen onder de afbeelding te kunnen zien.
4. | | Activeer de knop Verplaatsen en selecteer de afbeelding die je reeds in taak 1 invoerde in het Tekenvenster. |
5. | | Open het Eigenschappenvenster van de afbeelding via de knop Opmaakwerkbalk. |
6. | | Selecteer de tab Kleur in het Eigenschappenvenster. |
7. | | Wijzig de Ondoorschijnendheid van de afbeelding met de schuifknop (waarden van 0% tot 100%) |
Probeer het zelf...
Opdracht 3: Absolute positie op het scherm
De positie van een afbeelding kan absoluut zijn of relatief t.o.v. het coördinaatsysteem. Je bepaalt deze opties met de knop Object fixeren in de Opmaakwerkbalk.
Opmerking: Je kunt de afbeelding ook fixeren in de tab Basis van het Eigenschappenvenster van het object.
8. | | Gebruik de knop Object tonen / verbergen om de twee hoekpunten van de ingevoerde afbeelding de verbergen in het Tekenvenster. |
| Opmerking: Je vindt deze knop in het rolmenu Algemene knoppen (laatste rolmenu). | |
9. | Activeer de knop Verplaatsen en selecteer de afbeelding. | |
10. | | Open de Opmaakwerkbalk van het Tekenvenster. |
11. | | Gebruik de knop Object fixeren om de positie van de afbeelding als absoluut te markeren. |
Opdracht 4: Creëer een achtergrondafbeelding
Je kunt om het even welke afbeelding gebruiken als achtergrondafbeelding in het Tekenvenster.
Opmerking: Je kunt een achtergrondafbeelding niet meer selecteren in het Tekenvenster. Je kunt de stijl of status van een achtergrondafbeelding van een achtergrondafbeelding wijzigen op de volgende manier:
12. | | Activeer de knop Verplaatsen en selecteer de afbeelding in het Tekenvenster. |
13. | | Open het Eigenschappenvenster van de afbeelding via de knop Opmaakwerkbalk. |
14. | | Selecteer de optie achtergrondafbeelding in de tab Basis. |
15. | | Open het Algebra venster in het menu Beeld. |
16. | | Toon de Hulpobjecten via Eigenschappen in de Opmaakwerkbalk van het Algebra venster. |
17. | | Selecteer de afbeelding in het Algebra venster. |
18. | | Open het Eigenschappenvenster van de afbeelding via de knop Opmaakwerkbalk. |
19. | | Deselecteer in de tab Basis de optie Achtergrondafbeelding. |